Deeg | Vulling | Topping |
125 g boter | 140 g suiker | 1 ei |
100 g witte basterdsuiker | 60 g blanke amandelen | Handje peconnoten |
Snufje zout | 1 ei | |
1½ tl bakpoeder | 150 g grof gehakte pecannoten | |
1 citroen | ||
1 ei | ||
225 g bloem |
Deeg
Rasp de schil van de helft van de citroen. Snijdt de boter in stukjes en mix het met de kneedhaken zacht. Voeg de bloem, basterdsuiker, bakpoeder, citroenrasp en zout toe en mix tot een korrelig deeg. Voeg het ei toe en kneed tot een samenhangende bal. Verpak het in plastic en laat minimaal een uur rusten in de koelkast.
Vulling
Doe 100 gram suiker met 30 ml water in een pan en breng dit aan de kook. Roer door tot de suiker is opgelost. Laat de suiker zonder verder roeren karamelliseren op middelhoog vuur tot deze goudbruin van kleur is. Doe het niet te lang, want dan wordt het donker en bitter. Giet de hete karamel een stuk bakpapier en laat het afkoelen. Hak de amandelen en de afgekoelde karamel in stukken met een keukenmachine met hakmessen of gebruik een staafmixer. Voeg de rest van de suiker en het ei toe en mix het geheel tot spijs. Laat het rusten in de koelkast (liefst een paar dagen).
Samenstellen
Verwarm de oven voor op 200oC. Vet een boterkoekvorm van 22 centimeter in. Rol ⅔ van het deeg uit tot een ronde plak en bekleed de bodem en de zijkanten van de vorm hiermee. Meng de gehakte pecannoten door het spijs, doe dit in de vorm en strijk het glad. Rol de rest van het deeg uit tot een ronde plak en bedek de vulling hiermee. Bestrijk de bovenkant met het losgeklopte ei en decoreer met pecannoten. Bak de koek in 30 minuten goudbruin en gaar en laat hem afkoelen in de vorm.